Onderzoekers aan de Cornell University hebben ontdekt dat hogere concentraties cannabinoïden in hennepbladeren leiden tot proportioneel minder schade door knagend ongedierte. Het onderzoek, uitgevoerd onder leiding van Larry Smart, een plantenkweker en professor aan de School of Integrative Plant Science van Cornell AgriTech’s College of Agriculture and Life Sciences (CALS), opent mogelijkheden voor de ontwikkeling van pesticiden die uitsluitend kunnen worden gebruikt op niet-eetbare planten.
Cannabinoïden als natuurlijke verdedigingsmechanismen tegen herbivoren
Decennialang is onderzoek naar cannabinoïden gericht geweest op hun medicinale en bedwelmende effecten. Het was echter nooit duidelijk waarom deze stoffen evolueerden in planten.
De studie suggereert dat cannabinoïden mogelijk dienen als defensieve verbindingen om planten te beschermen tegen ultraviolette straling, pathogenen en herbivoren.
George Stack, een postdoctoraal onderzoeker in Smart’s laboratorium, benadrukte dat dit inzicht kan bijdragen aan de ontwikkeling van THC-compatibele hennepvariëteiten met ingebouwde bescherming tegen herbivoren.
Toekomstig onderzoek en mogelijke regelgevingsuitdagingen
Het onderzoeksteam is van plan verder te onderzoeken of sapzuigende insecten, zoals bladluizen, ook worden geremd door cannabinoïden.
Er wordt ook gekeken naar andere plantensoorten, zoals de Zuid-Afrikaanse wollige paraplu-plant, om te bepalen of hun insecticide eigenschappen vergelijkbaar zijn.
Hoewel het gebruik van cannabinoïden als pesticide veelbelovend is, wijst Stack ook op mogelijke regelgevingsbarrières vanwege de farmacologische activiteit van de verbindingen, en benadrukt dat meer onderzoek nodig is om de effectiviteit ervan tegen verschillende plaaginsecten te begrijpen.
