Het plan, getiteld Nederland van het stikstofslot: vrijwillig van vee- naar vezelteelt, is recent verstuurd aan demissionair premier Dick Schoof, betrokken ministers en de Tweede Kamercommissie Landbouw. Van Eijck ontwikkelde het voorstel in samenwerking met initiatiefnemers uit de sector, en stemde het af met ministeries, ngo’s, boerenorganisaties en het bedrijfsleven.
80.000 hectare vezelteelt als alternatief
De kern van het voorstel is het gebruik van 80.000 hectare vrijkomende landbouwgrond voor meerjarige vezelgewassen zoals miscanthus (olifantsgras), hennep en vlas. Die oppervlakte (zo’n 7 procent van het totale landbouwareaal) zou volgens de berekeningen van Van Eijck volstaan om jaarlijks 20 kiloton stikstof en 10,3 megaton CO₂ te reduceren.
De verschuiving is vrijwillig. Boeren kunnen zelf bepalen in welke mate zij willen afschalen. Volgens Van Eijck biedt de teelt van vezelgewassen juist perspectief voor agrariërs zonder opvolger in de melkveesector.
Financiering past binnen bestaande overheidsmiddelen
De uitvoering van het plan vergt een investering van 3,4 miljard euro. Daarvan is 2 miljard euro bedoeld voor de vrijwillige krimp van de veestapel, inclusief overname van fosfaatrechten. De resterende 1,4 miljard euro is nodig voor de aanleg en tienjarige ondersteuning van 80.000 hectare vezelteelt, omgerekend een bedrag van 17.500 euro per hectare.
Het doel is onder meer 80.000 hectare miscanthus op zand- en veengronden, 20.000 hectare hennep in rotatie op kleigrond en 10.000 hectare vlas in traditionele vlasregio’s. Volgens een steekproef onder marktpartijen ligt het potentieel zelfs rond de 145.000 hectare voor miscanthus alleen: meer dan het huidige areaal tarwe in Nederland.










