De teelt van hennep krijgt steeds meer aandacht binnen de duurzame landbouw. Uit onderzoek van het Louis Bolk Instituut, uitgevoerd in opdracht van Building Balance, blijkt dat vezelgewassen zoals hennep, vlas en miscanthus significant minder milieubelasting veroorzaken dan gangbare akkerbouwgewassen zoals maïs, aardappel en suikerbiet.
Volgens het rapport scoren vooral hennep en miscanthus neutraal op alle onderdelen van het milieubelastingsmodel, terwijl vlas lage scores haalt bij afwezigheid van synthetische bestrijdingsmiddelen. De gewassen stimuleren bovendien het bodemleven en verhogen het organischestofgehalte, vooral door diepe wortels en bladval van miscanthus.
Waterkwaliteit en bouwplannen optimaliseren
Vezelgewassen hebben een positieve invloed op waterkwaliteit.
Het rapport laat zien dat de uitspoeling van stikstof bij hennep, miscanthus en vlas aanzienlijk lager is dan bij maïs of aardappel. Hierdoor zijn deze gewassen geschikt voor percelen met een hoog uitspoelingsrisico.
Met behulp van het NDICEA-model kunnen adviseurs nu de effecten van rotatie, bemesting en gewaskeuze op bodem en water simuleren, wat de integratie van vezelgewassen in duurzame bouw- en landbouwplannen vergemakkelijkt.
Biodiversiteit en aaltjesbeheer als extra voordeel
Naast milieuvoordelen dragen vezelgewassen bij aan biodiversiteit en aaltjesbeheer. Hennep trekt insecten en akkervogels aan, miscanthus biedt overwinteringsmogelijkheden voor fauna, en vlas kan schadelijke aaltjes remmen. Het rapport benadrukt dat niet elk gewas op alle onderdelen uitblinkt, maar dat strategische combinaties in rotatieplannen duidelijke synergie opleveren voor bodem, water en biodiversiteit.
Samengevat biedt de toepassing van vezelgewassen meerdere voordelen: minder milieudruk, hogere organische stofopbouw, positieve effecten op biodiversiteit, lager gebruik van meststoffen en bestrijdingsmiddelen, synergie met aaltjesbeheer en praktische inpasbaarheid in bestaande bouwplannen.
- Advertentie -
