Minister Adema: Geen extra vergoeding vezelteelt onder ecoregelingen

Er komt geen extra vergoeding voor de vezelteelt onder de ecoregelingen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en Nationaal Strategisch Plan (NSP) liet minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Piet Adema eerder deze week weten in een kamerbrief.

0
Piet Adema
Den Haag, 05-10-2022 Piet Adema Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Foto Valerie Kuypers en Martijn Beekman / Rijksoverheid
- Advertentie -

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Piet Adema (ChristenUnie) heeft afgelopen week in een kamerbrief laten weten dat er geen extra vergoeding gaat komen voor de vezelteelt onder de ecoregelingen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en Nationaal Strategisch Plan (NSP).

Geen extra vergoeding vezelteelt onder ecoregelingen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en Nationaal Strategisch Plan (NSP)

In een eerder debat heeft Adema laten weten de wens van de indieners van de motie te delen om tot verdere stimulering van het telen van biogrondstoffen voor bio-based bouwen te komen. Echter had hij al tijdens het debat aangegeven de motie te ontraden ‘vanwege de uitvoerbaarheid’.

Adema schrijft daarover in de kamerbrief:

In de EU-verordening is bepaald dat uitbetaling voor activiteiten onder de ecoregeling gebaseerd dient te zijn op de berekening van gederfde inkomsten en gemaakte kosten voor het uitvoeren van de eco-activiteit. Voor het telen van vezelgewassen bestaat er vanwege verschillen in de productieomstandigheden, verschil tussen de twee regio’s in de gederfde inkomsten en gemaakte kosten. Deze manier van berekenen is voorgeschreven in de Europese Strategisch Plan Verordening (Verordening 2021/2115), artikelen 31, lid 7, onderdeel b, en 82, en vastgelegd in het Nationaal Strategisch Plan (NSP). Een vergoeding toekennen, die uitgaat boven de voor een regio berekende gederfde inkomsten en gemaakte kosten, zou ongeoorloofde staatssteun impliceren.

Ik zie daarmee juridisch helaas geen ruimte om de vergoeding in regio 1 te verhogen en kan om deze reden de motie niet naar de letter uitvoeren. Ik wil wel benadrukken dat juist door het toepassen van de voorgeschreven rekenmethode, die rekening houdt met de verschillen in kosten in verschillende regio’s, boeren in Nederland in gelijke gevallen gelijk worden behandeld. Dit neemt niet weg dat ik, zoals ik reeds aangaf, de gedachte achter de motie omarm. Ik wil de mogelijkheden om met het NSP/GLB in te zetten op ondersteuning van de teelt van biogrondstoffen voor biobased bouwen volledig benutten.

Wel geeft hij in de kamerbrief aan dat er subsidie onafhankelijk advies te krijgen over de teelt van biogrondstoffen binnen het bestaande SABE-aandachtsgebied ‘circulair gebruik van gewassen, grondstoffen en nieuwe plantaardige eiwitbronnen’:

Hiertoe worden de kennis- en innovatieregelingen van het GLB aangepast zodat ze ook de teelt van biogrondstoffen voor biobased materialen stimuleren. Binnen de Subsidiemodule agrarische bedrijfsadvisering en educatie (SABE) wordt het mogelijk gemaakt om via een voucher onafhankelijk advies te krijgen over de teelt van biogrondstoffen binnen het bestaande SABE-aandachtsgebied ‘circulair gebruik van gewassen, grondstoffen en nieuwe plantaardige eiwitbronnen’.

Ook is het mogelijk om innovaties op het gebied van biobased economie en biobased bouwmaterialen te ondersteunen met de subsidiemodule ‘Samenwerken aan innovatie door operationele groepen in het kader van EIP’ (Europees partnerschap voor innovatie). Met deze subsidiemodule kunnen kennis- en innovatiemiddelen ingezet worden voor de teelt van biogrondstoffen voor biobased bouwmaterialen.

Daarnaast stel ik, ter uitvoering van motie De Groot c.s. (Kamerstuk 33567 nr. 291) betreffende de ontwikkeling van een generieke methode voor de
certificering van koolstofopslag in biobased bouwmaterialen, budget beschikbaar aan de Stichting Nationale Koolstofmarkt om deze methode te gaan ontwikkelen.

De antwoorden in de kamerbrief kwamen als reactie op de motie die werd aangenomen met een ruime meerderheid op 8 december 2022.

Teleurstellende antwoorden, mogelijk minder aanbod van hennep

De antwoorden van de minister kunnen gerust als teleurstend worden ervaren. Mogelijk heeft het invloed op het aanbod van hennep, dat wel eens flink minder kan zijn hierdoor het komende jaar.